Een nieuw hoofdstuk in de juridische strijd rondom het historische restaurant op het eiland van Benidorm: het Hooggerechtshof heeft het laatste beroep van het bedrijf tegen de eerdere uitspraak verworpen. De beslissing, die in het voordeel van de gemeenteraad is, betekent dat het restaurant, dat sinds 1968 zijn gasten verwelkomt, geen vergunning meer heeft om te opereren.
Het restaurant vroeg in augustus 2018 om een vergunning voor de opening. Deze aanvraag werd echter een maand later door de gemeenteraad afgewezen. Na het uitputten van de administratieve mogelijkheden, begon het bedrijf een juridische procedure. In februari 2019 wees de Tweede Administratieve Rechtbank van Alicante het beroep af en bevestigde de beslissing van de gemeenteraad. Ook het beroep bij het Hof van Justitie van de regio Valencia (TSJCV) resulteerde in eenzelfde uitkomst.
Uiteindelijk werd het beroep door het restaurant voorgelegd aan het Hooggerechtshof, maar in december 2024 verklaarde het hof de zaak niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de uitspraak definitief is.
Het restaurant verdedigde zich door aan te voeren dat het sinds 1993 een vergunning had om in stilte te opereren, omdat het destijds geen antwoord kreeg op zijn verzoek. Echter, in 2018 besloot de gemeenteraad de vergunningsprocedure stop te zetten, omdat er een concessietitel nodig was om het maritiem-terrestrische domein in gebruik te nemen. Deze concessie werd echter niet goedgekeurd.
In de laatste uitspraak, van januari 2024, werd gesteld dat het restaurant in 1993 “op geen enkele manier” een vergunning had verkregen. Het werd ook vastgesteld dat er nooit een vergunning was voor de activiteit die het restaurant uitvoerde, noch voor het bezetten van de gronden of het verkrijgen van het recht van overpad.
Geschiedenis van het restaurant
Het restaurant op het eiland van Benidorm is sinds 1968 in bedrijf en verzorgt sinds 1974 boottochten naar het eiland. Uit de juridische documenten blijkt dat het bedrijf van 1981 tot 1991 vergoedingen betaalde voor het onterecht bezetten van deze grond.
In 2005 werd het eiland opgenomen in het Kadaster ten gunste van de Staat, nadat de gemeenteraad vergeefs probeerde deze opname tegen te houden vanwege de ‘historische band’ van het restaurant met de stad. De gemeenteraad erkende dat het bedrijf verantwoordelijk was voor verschillende diensten op het eiland, zoals schoonmaak en beveiliging, en dat het een vergoeding vroeg voor de exploitatie van de bar en de ligplaatsen voor de boten.
De ministeriële regeling die alles veranderde
De juridische strijd kreeg nieuwe wendingen na een ministeriële regeling in oktober 2017, waarin werd bepaald dat er geen compensatoire concessierechten konden bestaan, zowel ten gunste van de gemeenteraad als van derden. Ondanks een verzoek om heroverweging, dat werd afgewezen, ging het restaurant door met de rechtszaak en stapte uiteindelijk naar de Nationale Rechtbank.
In januari 2019 ondertekende het Ministerie van Ecologische Transitie een sloopbevel voor de bar. De gemeenteraad kreeg drie maanden de tijd om het terrein te ontruimen en alle structuren, zoals terrassen, trappen en waterreservoirs, te verwijderen.
Geconfronteerd met deze situatie, stelde de gemeenteraad voor om het gebouw een nieuwe functie te geven. Er werd een project gepresenteerd om het pand om te bouwen tot een milieu-informatiecentrum met een verkoopruimte voor kant-en-klaarmaaltijden. De renovatie was echter ook nodig vanwege de verzwakte staat van het gebouw door de blootstelling aan het maritieme klimaat. Ondanks de plannen zijn de faciliteiten zes jaar later nog steeds niet gerenoveerd.