Nooit eerder was toerisme zo belangrijk voor het Spaanse nationale inkomen als dit jaar. Na de Covid-pandemie wordt dit jaar verwacht dat bijna 15 procent van het Spaanse bruto binnenlands product (bbp) in 2024 uit het toerisme zal komen.
Dit zal een nieuw record betekenen voor het Spaanse toerisme. De belangrijkste reden waarom toerisme voor Spanje steeds belangrijker wordt, is dat het hoogseizoen niet meer gerekend wordt van juni tot en met augustus. De Spaanse horeca-, hotel- en toerismesector zegt dat het hoogseizoen voor het toerisme begint met Pasen en duurt tot oktober, meldt tv-zender La Sexta.
Vóór het seizoen van dit jaar was het toerisme goed voor 13,4 procent van het bbp. Dat blijkt uit cijfers van Exceltur. In 1970 was het toerisme goed voor 8,1 procent van het bbp. Dit jaar hebben we het over cijfers tot 15 procent van het bbp.
Meer economische activiteit betekent meer banen. Het aantal werknemers binnen de sector zal dit jaar stijgen naar 13,1 procent van de beroepsbevolking. Ook dat is een nieuw record.
Gemeten in het aantal mensen betekent dit dat er nu 2,7 miljoen werknemers werkzaam zijn in de toeristische sector. Dat komt overeen met de bevolking van de hele regio Galicië in Noord-Spanje.
